Nu ik wat meer in wachtkamers verblijf heb ik ook wat ontmoetingen die ik anders niet zou hebben. Terwijl ik wat ongeïnteresseerd in een blaadje met “lifestyle” blader komt er een kwieke oudere meneer binnen. Helemaal kwiek was hij toch niet want hij liep op krukken maar in een flits van een halve seconden zag ik iets bekends. Hij hinkelt een gang in en hoor zijn naam noemen en wordt mijn flits van een halve seconden bevestigd. Hij komt terug naar de wachtkamer en gaat tegenover me zitten, en knikt vriendelijk. Nu had ik kunnen wegduiken in mijn artikel over hippe tassen en “not to wear in 2018” maar trok de stoute schoenen aan en noemde zijn naam terwijl ik terug knikte.
Lang heel lang geleden eind jaren 60tig en begin 70tig was hij namelijk de burgervader van het piepkleine boerendorpje Roosteren. Landelijk kwam hij in het nieuws omdat hij de jongste burgemeester was, ooit geïnstalleerd. Hij herinnerde zich niet mij persoonlijk maar wel ons gezin en met name mijn vader. Direct wist hij een anekdote te vertellen dat hij met een toch wel heel oud en krakkemikkig autootje bij mijn vader in het bedrijf kwam en dat mijn vader hem de raad gaf snel een andere auto aan te schaffen. Maar als beginnend burgemeester nog woonachtig in Maastricht had hij het geld niet en zoals voorspeld door mijn vader en ondanks diens inspanningen stond hij een paar dagen later langs de kant van de autoweg met pech. Hoewel hij niet lang alleen “onze” burgervader is gebleven, er vervolgens Susteren bijkreeg en toen naar een veel grotere gemeente vertrok, 18.000 burgers onder zijn hoede kreeg en Maastricht Aachen Airport in de lucht moest houden, verbaasde hij me met de aantal lokale details en namen van “roemruchte” inwoners van Roosteren.
Hij veranderde in een paar jaar Roosteren in een modern dorp waar het aangenaam vertoeven was. Zo kwam er een groot buitensportcomplex, tennisbanen, nieuwe scholen, een multicultureel centrum met bibliotheek, gymzaal voor de basisschool en ruimtes voor de huisarts, verenigingsleven en de aanzet tot een sporthal. Overal werden trottoirs aangelegd en ging de elektriciteit ondergronds. Ja en dan de Kempstraat…met pretoogjes vervolgde hij, daar verscheen een heus “kampje” omdat de bewoners van de Kempstraat geen bezwaar hadden aangetekend. Enthousiast vertelde hij dat de grond gelegen op de “Ruck” eigendom was van de Gemeente en hij dit tegen een zeer goede prijs heeft verkocht aan de Watermaatschappij en al dat geld gebruikte voor de hierboven genoemde voorzieningen. Wekelijks had hij spreekuur en kon je terecht met alle problemen. Je kon een beroep op hem doen maar hij verwachte wel een tegenprestatie in de vorm van arbeid of een kunstwerk voor de gemeenschap. Met veel allure, en de flair van een Franse filmster tilde hij Roosteren naar een hoger plan. Zijn ambtsperiode werd ook nog eens nauwgezet gevolgd door de toenmalige lokale filmer en duiken de beelden tegenwoordig op via de social media.
In mijn herinnering doet hij zijn naam nog altijd eer aan en zei ik automatisch U tegen hem, zoals mijn vader dat altijd zou doen!

